Wijzigingswet inkomstenbelasting 1964 c.a. (aanpassing oudedagsreserve en zelfstandigenaftrek en vervallen vermogensaftrek)
Wet van 18 december 1997, houdende wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 c.a. (aanpassing van de oudedagsreserve en de zelfstandigenaftrek alsmede vervallen van de vermogensaftrek)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is knelpunten in de oudedagsreserve in de Wet op de inkomstenbelasting 1964 weg te nemen, de zelfstandigenaftrek in die wet aan te passen en de vermogensaftrek in de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 te laten vervallen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Wet op de inkomstenbelasting 1964.]
Artikel II
[Wijzigt de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.]
Artikel III
[Wijzigt de Wet op de vermogensbelasting 1964.]
Artikel IV
1
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.
2
Ten aanzien van een belastingplichtige die winst geniet uit een voor zijn rekening gedreven onderneming waarvan het boekjaar is aangevangen voor 1 januari 1998 en eindigt na 1 januari 1998, vinden op verzoek van de belastingplichtige de wijzigingen ingevolge deze wet eerst toepassing met ingang van 1 januari 1999. Het verzoek wordt bij de aangifte gedaan.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 18 december 1997
Beatrix
De Staatssecretaris van Financiƫn, W. A. F. G. Vermeend
Uitgegeven de negenentwintigste december 1997
De Minister van Justitie,
w
Sorgdrager